Skip to main content

T E R E R E G O D S

spoorwegen

In de tijd, dat ik vicaris-generaal was moest ik vanwege allerlei vergaderingen en bijeenkomsten in den lande regelmatig in de trein stappen. Dat is eigenlijk een weerzien geweest met het spoorwezen. In mijn studententijd zat ik uren in de trein op weg naar Regensburg.

Maar in het buitenland is het heel gewoon dat de afstand van het ene station naar het andere meer dan 150 km bedraagt. In Nederland is de intercity eigenlijk niet meer dan een beetje opgetuigde stoptrein. Maar toch gaat ook de NS mee in de vaart der volkeren. We kopen niet meer zo’n echt spoorkaartje, maar inmiddels checken middels een klein kaartje bij vertrek om na aankomst weer uit te checken.
De conducteur m/v heeft inmiddels een adviseursfunctie gekregen en heeft wat meer in handen dan een kniptang. Het is nu een scanapparaat. Hij/zij is reismanager geworden die de reizigers adviseert van A naar Beter.. Er is heel wat veranderd bij de NS.
Maar toch is er één voorwerp, dat elke reorganisatie en modernisering en computeraansturing bij de NS heeft overleefd: de fluit. Terwijl het hele treinverkeer computergestuurd verloopt en een gemaakt vriendelijke computerstem de reizigers op de hoogte houdt over de te verwachten vertragingen en alvast excuses aanbiedt voor elke vorm van nog te verwachten ongemak, kan er geen trein vertrekken zonder dat de reismanager m/v op een gewone fluit heeft geblazen. De fluit is ook een pronkstuk. Waarschijnlijk staat ze vetgedrukt en met hoofdletters in de handleiding voor reismanagers m/v: FLUIT. Daarom heeft ook niet iedere spoormedewerker m/v zo’n kleinood. Dit instrument is tot statussymbool geworden, want wie dit kleinood bezit, kan treinen laten vertrekken of juist hun vertrek tegenhouden. Een jongensdroom of meisjesdroom.

wij

Maar als ik kritisch ben voor anderen, dan moet ik ook zelf in de spiegel kijken om ook mijzelf te bevragen bij wat ik zeg of doe of bij sommige gewoontes. Zo’n onderzoek zoals bij de NS zou dus ook eens in de kerk kunnen plaats vinden. En inderdaad, ook wij hebben een voorwerp dat alle vernieuwingsbewegingen heeft overleefd: de altaarschel. Terwijl de priester niet meer aan het hoofdaltaar met het gezicht naar het oosten de heilige Mis opdraagt, maar zich nu naar de mensen heeft gekeerd; terwijl het Latijn als liturgische taal is vervangen door de volkstaal; terwijl het gewijde gregoriaans door gewone Nederlandstalige liederen is opgevolgd en sommige parochies zelfs beatmissen hebben gekend; terwijl de communie niet alleen op de tong maar ook op de hand wordt uitgereikt; terwijl ook vrouwen het priesterkoor mogen betreden; terwijl ook vrouwen als lector voorlezen en communie uitreiken, is de altaarschel gebleven en heeft zij alle liturgische revoluties van de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw overleefd. En eerlijk gezegd ben ik de laatste die dit instrument, dat aan de misdienaar een grote macht verleent, zal afschaffen.
Ook de wierook is gebleven. Een verdwaalde vreemdeling zal misschien denken, dat er met de witte rook uit het wierookvat de komst van een nieuwe pastoor wordt bekendgemaakt zoals bij een pauskeuze. Menig koorzanger(es) heeft dan wel het gebruik van wierook bestreden, maar eveneens zonder succes. Met het wierookvat zwaaiende maken acolieten nog steeds in Bocholtz grote indruk op de kerkgangers.

altaarschel

De altaarschel schept samen met de wierook een gewijde sfeer. De altaarschel stamt uit de tijd van het hoofdaltaar, ver weg van de mensen in een vaak donkere kerk, toen de mensen die natuurlijk geen Latijn verstonden, op de hoogte gehouden moesten worden, hoever de priester met het opdragen van de heilige Mis gevorderd was. Maar vooral werd via de bel gevraagd om aandacht en eerbied, als er geknield moest worden, of als de priester de consecratiewoorden had uitgesproken en de heilige Hostie en de Kelk aan het gelovige volk toonde. Toen midden jaren ’60 van de vorige eeuw er in menige parochiekerk een grote opruiming plaats vond, hebben waarschijnlijk de kleine misdienaars zich het hevigst verzet, als de altaarschel hen afgenomen dreigde te worden. Misschien hebben ze hier of daar met een algemene staking of met opstappen gedreigd. Ook in onze dagen maken de misdienaars nog graag de liturgische waarde van de altaarschel duidelijk. Juist zoals de reismanager m/v met zijn fluit de trein kan laten vertrekken, zo kan de misdienaar met zijn bel de mensen laten knielen, laten opstaan en laten zitten gaan en vooral tot aandacht manen.

wierook

De wierook geeft aan menige parochiekerk een eigen mystieke sfeer. Bezoekers worden vanzelf stil.
Nu is het niet om die geur te doen, maar de wierook is het symbool van het bewijzen van eerbied. Dat gebeurt aan het begin van de H. Mis als het heiligen van het altaar, waarop de H.Mis wordt opgedragen. Verder wordt het evangelieboek bewierookt als het Woord Gods, dat woest voorgelezen. De derde bewieroking is de symbolische heiliging van de gaven van brood en wijn bij de offerande. Ook is er wierook als het heilig Sacrament wordt uitgesteld.

eerbied

Ik ben blij dat de altaarschel en de bewieroking alle liturgische omwentelingen hebben overleefd. Het is het bewijs dat mensen naar symbolen zoeken waar hun woorden tekort schieten. Juist zoals wij het altaar versieren met bloemen en kaarsen en daarmee aan de liturgie luister bijzetten en zoals wij met zang ons hart laten spreken om een hartelijke bijdrage te leveren aan een oprechte eredienst, zo willen we via het geluid van een belletje en de geur van wierook ook aandacht en eerbied vragen voor de bijzondere ogenblikken in de heilige Mis. Het belletje en de bewieroking roepen ons op tot eerbied en zo wordt het ook door de mensen opgevat: als het brengen van hulde aan het heilig acrament. Waar ooit de altaarschel en de wierook werden afgeschaft, daar hebben de gewone gelovigen om hun terugkeer gevraagd: “Zonder dat vertrouwde belletjesgeluid is het zo stil tijdens de consecratie. Ook de wierook symboliseert onze eerbied.”
In de afgelopen weken zijn in vele parochies de processies uitgetrokken. Vele verenigingen hebben hun bijdragen geleverd. Er was het koor, de harmonie, de drumband, de schutterij en nog zovele andere mensen die goed ter been zijn. Maar eveneens onmisbaar waren tijdens onze processie de altaarschelletjes van de communicanten. Zij maakten duidelijk, dat het “Allerheiligste Sacrament” in aantocht is en dat aan mensen gevraagd wordt om eerbied te betuigen. Naast de wierook scheppen de belletjes de sfeer rond O.L.Heer. Waarschijnlijk zal er ook in de hemel een voortdurend gerinkel van belletjes te horen zijn.
De Kerk streeft naar natuurlijke middelen, zoals een bloem die kan verwelken, een stem die soms een beetje onzuiver is, of een belletje van een onrustige misdienaar of communicant. Het is allemaal ter ere Gods. Dat willen we de mensen graag laten weten, met een altaarschel en wolken wierook.
Dr. Hub Schnackers, em.